Beveren 



Sint- Martinuskerk
Op het marktplein van Beveren staat de 
prestigieuze Sint- Martinuskerk
in haar volle glorie.  
De kerk die in verschillende bouwperiodes 
is opgetrokken is gerestaureerd. 
(zie het mooie resultaat) 
De achthoekige laat- romaanse viertoren dateert 
uit de 11de – 12de eeuw,
het driebeukige schip uit de 15de  
en het laatgotische koor uit de 16de eeuw.  
In de kerk bevindt zich prachtig houtsnijwerk 
dat vooral uit de 17de eeuw  afkomstig is, 
een belangrijk voorbeeld hiervan is een hoogaltaar 
van Lucas Fayd’herbe. 
Ook te
bezichtigen in de kerk zijn twee barokke 
en twee classicistische biechtstoelen.  
Een
waardevolle collectie van 
liturgisch gewaad, wat ondermeer een stuk van de
kerkschat is, is daar te bewonderen.

 

Cortewalle


Het prachtige kasteel Cortewalle dateert uit het begin van de 15de eeuw.  Zeldzaam
is dat het gespaard is gebleven van brand of belegering.  Slechts drie families zijn
eigenaar geweest van dit monument, namelijk de families Triest, Goubau en
van Brouchoven.  Franse invloeden bepaalden het uitzicht van  het in 1856
verbouwde Cortewalle .  Vlaamse kruisramen werden vervangen door rechthoekige
Franse ramen,  een ijskelder, orangerie en woningen voor het personeel werden
bijgebouwd.  Ook het interieur ontsnapte niet aan de veranderingen.  Aan de
huidige Goubauzaal bracht men muurschilderingen aan, de Blauwe Kamer werd
versierd met neoclassicistische panelen in blauwe zijde en de Verlatzaal kreeg jachttaferelen en een marmeren schouw voor het geheel een heel eigen cachet
te geven.  De omliggende tuin is een Engelse stijltuin met als karakteristiek de
ijzeren hangbrug. 
In 1966 kocht de gemeente Beveren Cortewalle.  Het doet dienst als cultureel
centrum en als officiële ontvangstruimte van de gemeente.  Op de zolder vindt u het Kant- en Heemkundig museum. 

Sorry, your browser doesn't support Java(tm).

  


 
Hof ter Saksen

Het park is gelegen in het Waasland, tussen Beveren en Haasdonk. Het is gemakkelijk bereikbaar langs de autostrade Antwerpen-Gent of Gewestweg (N70) en bevindt zich op een 10-tal kilometer van Antwerpen.
Het domein, gelegen langs de Haasdonkbaan, Bosstraat en Zandstraat, vormt één van de schaarse gesloten parkbossen uit de streek. Het park geeft een afwisselend beeld met grote boomgroepen, nieuwe aanplantingen, gazons en waterpartijen. De Beverse Beek staat in voor de voortdurende aanvoer van water. Het kasteel, zichtbaar van op verschillende plaatsen, is bepalend voor het karakter van het park.

Beveren Hof ter saksen

GESCHIEDENIS In de Middeleeuwen heette het landgoed "het schaek". Doorheen de tijd zou dit evolueren van "goed schaekx" naar "saecks" tot uiteindelijk "ter saksen". Het was een pachtgoed met een dubbele uitbating, nl. een boerderij en een herberg. Dit laatste kwam door de ligging naast de "grote baan" van Antwerpen naar Gent, zodat vele reizigers het Hof aandeden.
Ter Saksen vormde een heerlijkheid die afhankelijk was van het Land van Beveren. De oudst gekende eigenaar van het goed was een zekere Vrouwe Margareta Noethaeckx. Nadien kwam het in het bezit van de bekende familie Vijdt. Rond 1590 wordt Gillis van Wolfswinkel als eigenaar vernoemd. De komst van Alexander Farnese in het Land van Waas (1585) bij de verovering van Antwerpen op de Geuzen, had nogal wat Spanjaarden en Italianen in die omgeving gebracht. Enkele daarvan huwden met Vlaamse meisjes, kochten dan één of ander eigendom en stichtten een nieuwe familie. Zo ook Gregorie del Piano, superintendant en dijkgraafgeneraal die in de echt verbonden werd met Elizabeth Menschier.
Zij kwamen in het bezit van het goed en dat bleef het gedurende de vier volgende generaties. Eén van hun nazaten verkocht het aan Pieter-Francis Piers, die het een dertigtal jaren later op zijn beurt overliet aan Mattias van der Burcht. Dit gebeurde blijkbaar in 1699

Op het einde van de 18e eeuw zou het in het bezit van de familie Versmessen komen, die aan het goed stilaan zijn huidige vorm gaf. Jan-Baptist Versmessen was hoofdschepen van het Land van Waas. Zijn enige zoon Antoine was gedurende een tijd burgemeester van Haasdonk en plaatste om die reden een chalet aan de westrand van het park. Dit kwam omdat de gemeentegrens het park doorkruist, en alleen het westelijk deel Haasdonks grondgebied is, waar de burgemeester dan toch diende te wonen. Later werd het goed bewoond door de familie de Schoutheete de Tervarent.
Rond 1920 kwam het in handen van de laatste eigenaar, de industrieel Edmond Meert. Hij maakte slechts een korte tijd gebruik van het kasteel en liet de hoeve ombouwen tot een riant landhuis.
Het domein lag er bij de eerste' contacten met het Gemeentebestuur van Beveren, in 1979 schijnbaar een beetje verlaten en eenzaam bij, maar dhr. Meert hechtte zeer veel belang aan bomen en struiken en hun wilde groei.
Op 11 juni 1982 werd het park met de daar rond liggende cultuurgronden, groot 19 ha 45 a 57 ca, na een lange en soms moeilijke aankoopprocedure, uiteindelijk gemeentelijk eigendom. Na 3 jaar huur kreeg de groendienst er onderdak.

ARBORETUM Van bij de aanvang ging het gemeentebestuur in zee met het Arboretum Waasland VZW om haar doelstelling, namelijk de uitbouw van een dendrologisch centrum in de ruime zin van het woord, te verwezenlijken. 
Het Arboretum Waasland, opgericht door de familie Decalut, te Nieuwkerken, 
is in oppervlakte wellicht het kleinste van ons land, maar wat de collectie betreft één der grootste en snelst groeiende. Het gebrek aan oppervlakte werd ondervangen met de aanplantingen op het Hof ter Saksen. 
 
De enorme verscheidenheid aan plantensoorten kwam tot stand dankzij veelvuldige contacten met binnenlandse, Europese en over de rest van de wereld verspreide arboreta en universitaire tuinen. 
Thans staat men in regelmatige verbinding met 500 contactadressen. 
Het resultaat is een zaaduitwisselingsprogramma verspreid over de ganse wereld. Momenteel beschikt men over ongeveer 6.200 planten. 
De traag groeiende soorten en de dwergplanten bevinden zich in het "moederarboretum" te Nieuwkerken (2.300 soorten) en de rest op het Hof ter Saksen, 3.700 soorten in het park, 140 soorten in de oranjerie. 
 
In het aangelegde park vinden we diverse bomen veelal uitheems en welke goed de mode van de tijd weergeven. Het opvallendst zijn uiteraard de enorme grote, rode beuken, zowel in het park als in de dreven. Deze bomen werden vroeger gekweekt op onderstam, vandaar de verdikking in de stam op manshoogte en het typische voorkomen. Na het toegangshek lopen we door de lindendreef met aan de linkerkant de bijenhal. Deze hal werd gebouwd in samenwerking met de Wase Imkersbond met als doel de relatie tussen bij en plant aan te tonen. Immers, de bijen zijn onmisbaar bij de bestuiving, noodzakelijk in de tuin en van economisch belang (o.a. fruit- en aardbeienteelt).
 
Dan bereiken we de eenvoudige grasvelden waar we ons plots omringd vinden door de gebouwen: voor ons het kasteel, totaal verlaten en slechts een silhouet van vergane glorie, links het hoevegebouw en rechts de oranjerie. Het parkbezoek start aan onze rechterzijde, langsheen het prieeltje. Het wandelpad in houtsnippers wordt geflankeerd door oudere en recente aanplantingen. Belangrijk voor de tuin is het feit dat reeds het overgrote deel van de planten een naambord kreeg met verschillende gegevens (naam, auteur, familie, land van herkomst). 
Valse cipressen, jeneverbessen, levensbomen en vele van deze typische haagplanten vinden we hier terug als gigantische bomen.
 
De collectie eiken is inmiddels uitgegroeid tot 280 soorten en cultivars. 
Naast de algemeen gekende eiken zoals o.a. de Amerikaanse- en wintereik (Quercus rubra en 0. petrae vinden we hier ook zeldzame soorten zoals Quercus ilex (groenblijvend, steeneik), Quercus alb (witte eik uit de USA) en Quercus robur Tectinata" (met diep ingesneden blad).
 
Berken met o.a. de ruwe berk, maar ook enkele opvallende, weinig voorkomende soorten zoals Betula medwediewii (struikvorm 5 m) en Betula of papierberk komt voor. Buiten de rode beuken zijn er een 15-tal soorten en cultuurvariëteiten in het park o.a. met ingesneden blad (Fazus sylvatica "asplenifolia" , de gele beuk (Eqgus (Fagus sylvatica "Zlatia") en niet te vergeten de grote, groene treurbeuk (Fagus sylvatica "pendula") langs de nabijgelegen Haasdonkbaan.
 
De wandeling loopt rustig door nieuwe aanplantingen rondom exemplaren van oudsher zoals de oude witte moerbei (Morus alba). Als esdoorns treffen we o.a. Acer Pseudpplatanus "leoppldii" (gepanacheerd blad) en Acer pensylvanicum (met wit gestreepte stam). Aesculus parviflora (paardekastanje) uit N.-Amerika, een struik tot 4m met prachtige witte bloei in de zomer is merkwaardig. Ailanthus vilmoriniana uit China is een hemelboom met bladeren tot wel 1 m lang. magnolia lilifiora "Nigra" met dieppurpere bladeren wordt slechts 2 tot 3 m hoog. 
 
Vanuit de bosrand kom je terecht op het grote centrale gazon. aan weerszijden hebben wij een zicht op de aangeplante borders en vooral op twee rode beuken, de grootste heeft een stamomtrek van 6,20 m en een bladerdek van 24 m diameter. wandelend naar het kasteel toe, ontmoeten we een oude trompetboom (catal bip-nonioïdes en een formidabele gele taxus (taxus baccata "Aureomarginata"). in de borders : quercu canariensis, abies homoledis uit japan, pinus nigra "Pyramidata" (zuilvormige pijnboom), broussonetia kazinoki uit japan met verschillende bladvormen op 1 plant. verder zijn er nog prunus subhirtella "Auturnnalis Rosea" met zeer late wit-roze herfstbloei, harnamelis of toverhazelaar bloeiend in januari van geel tot donkerrood, rhododendrons,... nadien treden we terug in de geslotenheid van het bos. een bos zonder veel ingreep, wild en met overwegend tamme kastanjes (castanea sativa) is een trekpleister in het najaar door een overvloed aan vruchten. de onderbegroeiing biedt een afwisseling van struiken en houtopslag. wat betreft de kruiden is de aanwezigheid van meiklokjes en salomonszegel het meest in het oog springend. verder alle courante soorten eigen aan de streek, met onstuitbare opkomst van bramen en brandnetels. in dit stuk ontmoeten we de typische ijskelder,omgebouwd tot vleermuizenhuis
.


Achter het kasteel bevindt zich de nieuwe moerastuin met de vijver en een brede watergang. Na de brug wandelen we door een oude beukendreef terug. Aan de rechterkant bevindt zich de recentste parkuitbreiding. De nieuwe aanplantingen moeten er binnen enkele jaren voor zorgen dat het domein tot een nog aanlokkelijker geheel wordt omgevormd, met een grote verscheidenheid aan kruiden, heesters en bomen.


NATUURTUIN
Het gemeentebestuur Beveren besloot in april 1991 tot, aanleg van een natuurtuin, gelegen naast de beukendreef naar de Bosstraat. Uitvoerig grondverzet en de aanvoer van de externe grondsoorten klei, zand en veen liggen aan basis van de aanleg.
De aangelegde landschapstuin geven de bezoeker een indruk van de landschappelijke rijkdom van het Waasland : een polder, een dijk, een weel, knotbomen, akkers uit de Vlaamse Zandstreek, nat en droog bos, heide, en houtwal, een hoogstamboomgaard e.a. Het wandelpad, variërend tussen tred- en houten planken, brengt je van de Scheldevallei met nat bos en wijm langsheen de Wase cuesta tot op de houten vlonder in de vijver.
Vandaar kan je via een schelpenpad doorheen de heide en treed je over de dijk het veen binnen. Langs het knoteik, -els en -wilg kom je terecht tussen de fruitbomen Belle de Louvain en Queen Victoria (pruimelaars), Jacqui Lebel en Belle de Boskoop (appelaars), Bruine Kriekepei en Clapps' Favourite (perelaars) en een 2-tal kerselaars. En wat is het Waasland zonder bolakkers? Afwisseling in teelten en beperking in bewerking leren ons de vertrouwde (gewassen rogge, haver, rapen en vlas opnieuw kennen. De open bioklas, omringd door stapelmuren, is gelegen langsheen het weel en ligt beschut achter de dijk.
De tuin wordt enerzijds begrensd door gemengde hagen met o.a. meidoorn en hulst en anderzijds door een ruwe houtkant met eerstgenoemde soorten, aangevuld met o.a mispel en vlier langs de Bosstraat en de aangrenzende percelen.
Bronnen: brochure Toeristische dienst Beveren